Met freelance collega Nanda loop ik wat toch wel zeker de helft van de Pennine Way zal blijken te zijn. De allerhoogste topjes, de diepste dalen, en de Helm Wind komen we tegen. Duizenden schapen, honderden stiles, hekken en drystone walls. En onszelf.
Wat je moet kunnen om de Pennine Way te kunnen volbrengen is een hele waslijst. Je moet uitstekend kunnen navigeren. Uithoudingsvermogen hebben. Sterk genoeg zijn om je spullen mee te sjouwen, inclusief eten en drinken voor de hele dag – cafés en winkels ontbreken meestal. Er tegen kunnen in het grote niets te zijn met alleen jezelf, of hooguit een medewandelaar. Dagenlang snoeiharde wind kunnen verdragen, inclusief de Helmwind, en ook opgeruimd genoeg van aard zijn om dagen (weken!) lang regen te verdragen. En last but not least overweg kunnen met zeer gore sokken. Niets zo hardnekkig als het zwarte veenvocht.
De Pennine Way, onder vrienden PW, is Engelands oudste én zwaarste National Trail. Hij begint in Edale, een schattig dorpje tussen Manchester en Sheffield, en eindigt net over de Schotse grens in het al even schattige dorpje Kirk Yetholm. Je loopt over de ruggengraat van het land, een grote ruigte tussen die schattige dorpen in.
Enigszins bezorgd beginnen collega Nanda en ik aan de Tocht der Tochten. We zijn voor de helft behoorlijk getraind (Nanda), voor de helft goed in navigeren (Nanda) en voor de andere helft vastbesloten er het beste van te maken omdat dit zeker weten het landschap is waar ik altijd van droom. Open. Leeg. En met van die broden van bergen op precies de juiste plekken. Het begin valt mee. Er hangt een grijze wolk boven Edale maar het is droog. Voor het officiële startpunt van de route, Old Nag's Head Inn, staat een bordje (het zal het enige bordje van vandaag blijken te zijn). So far so good.
Meer Pennine Way foto's vind je hier.